Kolonialisme en waarom ik als eerste boven wilde zijn

Vertrek zwarte columniste geeft te denken

(Leestijd: 8 – 12 minuten)

Frank Ottenhoff

1 januari 2019

Toen ik eind november las dat de zwarte columniste Seada Nourhussen stopt bij Trouw was ik onaangenaam verrast. Waarom? Als Indo en ’bruine man’ die zowel ‘wit’ als ‘zwart’ in zich heeft hou ik van een veelkleurige samenleving. Zij kreeg als zwarte vrouw veel hele nare berichten. Op de website Oneworld schreef ze dat ze zich niet beschermd voelde door de redactie van Trouw. Doorgaans een betrouwbare en integere krant. Dan vraag je je af: zit racisme dan overal? En: zit het misschien ook in mezelf?

Dat bracht me op een korte zoektocht naar de invloed van het Indische verleden op racisme. Indo’s staan voor diversiteit. Tenminste, dat dacht ik altijd. Maar ik ga je uitleggen waarom de Indo Geert Wilders zijn haar blondeert. Waarom er Indo’s zijn die zich afzetten tegen moslims. En waarom ikzelf vaak wilde presteren en de beste wilde zijn (ik zie mijn fietsvrienden nu al glimlachen).

Seada Nourhussen besluit zich terug te trekken als columnist van Trouw.

Indisch staat voor diversiteit. Toch?

“Voor mij persoonlijk verwijst Indisch naar diversiteit en naar het belang van respect voor een samenleving waarin diversiteit vanzelfsprekend is. Ik ben er trots op dat ik meerdere culturen in mij draag en dat in mij diverse culturen zijn verenigd.” zegt Marion Bloem in de Anton de Kom lezing1. Zij verwoordt beter dan ik zelf zou kunnen wat ik voel.

En dan denk ik terug aan het zwembad aan het Gardameer in Italië in de jaren zeventig. Terwijl mijn broer en ik liggen te zonnen om mooi bruin te worden zit mijn moeder in de schaduw. Ze wil niet donker worden zegt ze. Toen begreep ik dat niet goed. Ik kwam er later achter dat de bron hiervan in het koloniale verleden van Nederland te vinden is. Hoe zit dat precies?

“Voor mij persoonlijk verwijst Indisch naar diversiteit en naar het belang van respect voor een samenleving waarin diversiteit vanzelfsprekend is.”

Geert Wilders blondeert zijn haar. Huh?

Omdat ik ooit een open brief aan Geert Wilders heb geschreven2, heb ik me ook verdiept in zijn achtergrond. Wat opvalt: hij is Indo én heeft zijn haren blond geverfd. Wat kan dit betekenen?

Een Indo die zijn haar blondeert.

Verder wil hij vooral moslims buitensluiten. Ik dacht altijd dat buitensluiten haaks staat op wat ik denk dat Indo’s zijn: mensen die veelkleurigheid (wit en zwart) in zich hebben. Hoe zit dat precies?

Hoe perspectief creëren onder witte dominantie?

Mijn moeder die niet donker wil worden. Een Indo die zijn haar blondeert. Hoe dit te duiden?

De Indische gemeenschap is een ‘tussenklasse’ schrijft Lizzy van Leeuwen1Voor mijn eigen ouders gold: niet echt Nederlands (vaderland), niet echt Indonesisch (moederland). Niet echt ‘wit’, niet echt ‘zwart’. Maar ‘bruin’. Om een positie te verwerven was het als Indo handig je ‘wit’ te gedragen en je af te zetten tegen alles wat niet ‘wit’ was. Zelfs tegen je eigen ‘bruin’. Het Nederlandse koloniale bewind maakte goed gebruik van de hiërarchie van de Javaanse samenleving en paste verdeel en heers toe. Blanken voelden zich superieur.

Kortom: hiërarchie, insluiting en uitsluiting op basis van huidskleur.

Gevoel van onveiligheid

Veel Indo’s hebben lang een gevoel van onveiligheid gehad. Waar kwam dit vandaan? Een aantal redenen hiervoor. Ten eerste natuurlijk de vraag: bij wie hoor je, bij ‘wit’ of bij ‘zwart’. De geschiedenis laat zien: bij geen van beide.

Verder werden de Indo’s naar de rand van de Indonesische samenleving geduwd. Voor de minder goed betaalde banen kregen de Indo’s concurrentie van de Indonesiers die met lage inkomsten genoegen namen.

Hiërarchie, insluiting en uitsluiting op basis van huidskleur.

De Japanse bezettingsmacht versterkte het leven met uitsluiting: alles wat ‘wit’ was werd uit de samenleving verbannen. ‘Niet zwarte’ mannen en vrouwen werden gescheiden en in kampen geplaatst. ‘Bruin’ (Indo’s) was voor de Japanners een vorm van ‘wit’ (niet Aziatisch). De Indo’s zouden hetzelfde ervaren tijdens het opkomend nationalisme van Indonesië. Alles wat ‘wit’ was kwam in gevaar. ‘Bruin’ viel voor de nationalisten onder ‘wit’ en ‘wit’ was niet meer welkom.

En nog een bron van onveiligheid: door hun gemengde afkomst waren de Indo’s niet helemaal zeker of er nog wel plaats zou zijn in hun vaderland Nederland. ‘Europa’ was abstract en ver weg. Dit gevoel was niet helemaal gek. Later toen de Indo’s gedwongen naar Nederland moesten kregen ze een koud onthaal. Velen voelden zich tweederangs burgers. Niet verrassend dat 20% door emigreerde naar de USA, Canada of Australië. Zoals mijn lieve tante Lies en mijn neven en nicht.

Kort samengevat: er waren verschillende redenen om je als Indo niet veilig te voelen. En om een positie te verwerven was het als Indo handig je ‘wit’ te gedragen.

Mijn vader en moeder vluchten in 1953 uit Indonesië en besluiten niet in Nederland te blijven. Mijn vader vertrekt in 1954 naar Nieuw Guinea. Mijn moeder, broer en ik zullen drie maanden later volgen.

‘Displacedness’: tussen wal en schip

Terug bij Wilders: de grootvader van Wilders raakt op dramatische wijze met zijn gezin door de loop van de geschiedenis en de opstelling van de Nederlandse regering tussen wal en schip. Niet gek dat displacedness een belangrijk thema vormt in de extreme uitingen van Wilders. Lizzy van Leeuwen noemt Wilders een uitvergroot geval van identiteisvervreemding. Zijn witte kapsel is daar een uiting van.

Indische familiegeschiedenissen reflecteren bijna allemaal de calamiteiten van de twintigste eeuw: uitsluiting, vervolging, geweld en gedwongen afscheid maakten een zeker deel uit van de ervaringen van Indische ouders, grootouders en overgrootouders. Zwaartepunt daarin vormde de Tweede Wereldoorlog, een oorlog waarin men volgens de historicus Mark Mazower ‘mensen verplaatste om politieke grenzen te consolideren’.

Een manier om om te gaan met displacedness is je bij ‘wit’ te scharen en je af te zetten tegen ‘zwart’. De ‘zwarten’ in Indonesië waren voor het merendeel moslims. En dan de Indo’s in Nederland. Een deel van deze Indo’s heeft zich afgezet tegen moslim immigranten. Waarom? Ze wilden niet geschaard worden onder alle immigranten maar een goede positie krijgen in de samenleving.

En dan snap je het gedrag van Wilders wel. Je kan wellicht een betere positie krijgen door je haar te blonderen en een betere samenleving door moslims buiten te sluiten. 

Displacedness

Trapjesdenken in de hoofden van Indo’s

In haar Anton de Kom-lezing vertelt Marion Bloem hoe het denken in hiërarchie in de hoofden van veel Indo’s is gaan zitten. De blanke Nederlander had in Nederlands-Indië altijd als vanzelfsprekend een hogere status alleen al door zijn kleur vertelt zij3. De Indische gemeenschap komt voort uit een wereld waarin ongelijkheid een vanzelfsprekendheid was, en waarin het superioriteitsgevoel van de blanke koloniaal de leefomstandigheden bepaalde.

Indo’s namen de racistische voorkeuren en zelfs de minachting voor Indischen (!) over. Het hiërarchische denken van de koloniale samenleving noemt Marion Bloem ‘trapjesdenken’. Dit ’trapjesdenken’ is volgens haar ook in de hoofden van Indo’s gaan zitten. In het dekolonisatieproces waren Indo’s bang hun plaats te verliezen. Door de verdeel en heers politiek kwamen de Indo’s tussen twee vuren te staan.

Een sprekende illustratie hiervan is het volgende. Indische mensen in het koloniale Indië wisten dat het altijd een verrassing was hoe het nog ongeboren Indische kind eruit zou gaan zien, omdat er sprake kon zijn van een zogenaamde ‘terugslag’ van een blanke of Aziatische voorouder. Ze reageerden bezorgd als het kindje donker uitviel, omdat het dan minder kansen had op een mooi leven in de kolonie Nederlands-Indië. 

In 1962 moeten we naar Nederland vanwege oorlog die dreigt. Boven ons gezin in Nieuw Guinea, onder aangekomen in Nederland.

Alles samengevat: het ’trapjesdenken’ van de koloniale samenleving is ook in de hoofden van vele Indo’s gaan zitten.

Indo’s namen de racistische voorkeuren en zelfs de minachting voor Indischen over.

Hoe heb ik mezelf eigenlijk aangepast?

In 1962 moest ons gezin vanuit Nieuw Guinea, destijds nog een Nederlandse kolonie, vanwege de dreigende oorlog met Indonesië gedwongen naar Nederland. In het begin werd ik nog wel eens uitgemaakt voor ‘vieze vuile pinda poep-Chinees’ of ‘zwarte pinda’. ‘Vuile kaaskop’ riep ik dan terug.

‘Pinda poep-Chinees’ versus ‘vuile kaaskop’.

Aan kinderen in een Indisch gezin met een donkere huid werd van jongs af aan duidelijk gemaakt: je hebt een bruin tintje, dus je moet extra goed je best doen. Zelf koos ik voor de strategie de beste van de klas te worden. En dacht zo beter door ‘wit’ geaccepteerd te worden. Mijn eigen ‘trapjesdenken’ zou je kunnen zeggen. Vanaf de vierde klas van de lagere school tot en met derde klas middelbare school lukte me dit ook. En op de middelbare school werd dat beloond het een geschenk dat je werd uitgereikt ten overstaan van alle leerlingen van de school. Mijn ouders trots natuurlijk. Zo ziet de val van het trapjesdenken eruit… 

Mijn fietsvrienden zullen herkennen dat ik lang haantje de voorste was in de beklimmingen in de Ardennen en het hooggebergte. Het trapjesdenken uit de Nederlandse kolonie….. Ik heb het pas een aantal jaren geleden van me afgeschud. Eerlijkheid gebiedt te zeggen: natuurlijk vooral ook omdat het me niet meer lukte als eerste boven te komen…. Het loslaten van die prestatiedrang kost me soms moeite maar ik krijg er innerlijke rust voor terug. En daarmee ruimte om open te staan voor anderen en andere dingen. Mijn persoonlijke ‘dekolonisatie’ levert me dus voordelen.

Een cadeau van mijn vrienden op mijn tweede afstuderen. Dit weerspeigelt met een glimlach hoe ze me zagen in het fietspeleton.

Hamvraag: zou dit collectief ook zo kunnen werken?  Zou het collectief ontdoen van koloniale erfenissen Nederland kunnen helpen? Zou dit kunnen helpen om racisme te verminderen?

Erfenis kolonialisme en racisme niet onderschatten

En dan zijn we weer in de huidige tijd. Haar kolonialisme heeft Nederland amper verwerkt en racisme in onze samenleving moeten we niet onderschatten. Herman Vuijsje probeert in zijn boek ‘Zwartkijkers’ te vertellen dat het met racisme in Nederland wel meevalt. Interessant is het gesprek in Buitenhof4tussen hem en Dalilla Hermans,5een zwarte Belgische die ik op het Brainwash festival heb meegemaakt. Zij vertelde daar welke aantijgingen ze allemaal naar haar hoofd krijgt. Beschamend.

‘Door wat u schrijft ontkent u dingen die ik heb meegemaakt. Het is alsof ik met autoriteit zou zeggen dat wat u als half-joodse man aan antisemitisme hebt meegemaakt, niet de waarheid is.’ Dalilla Hermans in gesprek met Herman Vuijsje in Buitenhof

‘Wit is ook een kleur’6is een sprekende documentaire die Sunny Bergman maakte. Echt een aanrader. Zij wilde weten waarom veel witte mensen zich verongelijkt voelen of zelfs boos worden als het over racisme en witte privileges gaat. Anderen uitsluiten op basis van ras wordt kleuters al meegegeven laat ze met experimenten zien.

Conclusie: onderschat racisme niet. Nog werk aan de winkel op dit vlak dus.  

Een fragment uit ‘Wit is ook een kleur’ laat de voorkeuren van jonge kinderen zien voor ‘zwart’ en ‘wit’.

En columniste Seada Nourhussen dan?

Zelf voel ik me gezegend met de diversiteit die in me zit. Niet dat alles altijd soepel loopt. Het kost me vaak nog moeite me in te leven in culturen die haaks staan op de erfenis van de Verlichting. Zo heb ik vrienden in Hongarije die mij een ‘liberal’ noemen en dat is bij hun geen gunstige term. Toch hebben we een warme band. Dat vind ik spannend en mooi.

Door mijn zoektocht begrijp ik pas echt waarom het verwerken van het koloniale verleden zo belangrijk is. Nederland heeft nog steeds moeite om dit verleden onder ogen te zien (lees bijv. deze blog7van historica Lara Mariette Nuberg). 

Dalilla Hermans op het Brainwash festival 2018

 

Voor Seada Nourhussen en Dalilla Hermans heb ik bewondering. Het vraagt moed om de aantijgingen die ze krijgen onder ogen te zien en deze maar steeds te incasseren. Zij hebben mij geprikkeld tot wat dieper zelfonderzoek. Zij kunnen Nederland en België helpen om zelfonderzoek te doen en een mooier land te worden. Er is nog werk aan de winkel.

Nawoord

Seada Nourhussen heb ik feedback gevraagd op een eerder concept van dit verhaal. Haar reactie: “…ik vind het mooi wat u schrijft. Het is reflectief. Heeft veel rust. En indrukwekkend om weer te lezen hoe het er in de kolonie en erna aan toe ging. De passage over uw moeder die niet in de zon wilde is pijnlijk en herkenbaar – zelfs voor iemand zoals ik die geen kolonisatieverleden kent. En dat u alsnog de druk voelde extra te presteren in Nederland – ook herkenbaar als ex-vluchteling. Ik denk het perspectief van Indo’s en Indonesiërs nog te weinig aan bod komt in Nederland. Veel is nostalgisch of vanuit een elitair niveau.

Lara Mariette Nuberg schreef: “Ik vind het een mooi stuk! Vooral omdat u zich kwetsbaar opstelt en veel vragen stelt.”

En Dalilla Hermans gaf een korte reactie: “Ik heb het gelezen en vind het heel mooi.”

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het veranderen van de way of working van organisaties, teams en individuen. Dat is waar mijn collega’s van WoW-consult en ik zich op richten. Meer info op www.wow-consult.com.
photo credit: MTSOfan Focus on the Archer via photopin (license)

photo credit: Sebastiaan ter Burg Noorderpark Ruigenhoek bijeenkomst 10 mei via photopin (license)

photo credit: United Way of Massachusetts Bay & Merrimack Valley Brain Building and the Arts via photopin (license)

  1. Lees hier “We hoeven ons nergens voor te schamen
  2. Lees hier mijn “Open brief aan Geert Wilders
  3. Dit vertelt Marion Bloem in haar Anton de Kom lezing
  4. Dalilla Hermans en Herman Vuijsje in Buitenhof
  5. Facebook pagina van Dalilla Hermans
  6. Zie hier de documentaire
  7. Blog ‘